In oktober publiceerden Nictiz en NIVEL in opdracht van het ministerie van VWS de tweede editie van de eHealth-monitor. Dit grootschalige onderzoek laat de status van e-health toepassing in Nederland zien. Die inzet is sinds de eerste meting in 2013 in de meeste zorgsectoren niet echt toegenomen.
De monitor laat zien dat zorggebruikers en -aanbieders veel gebruikmakenvan internet, en in toenemende mate ook van apps,wanneer het om het opzoeken van gegevens gaat. Met de onlinecommunicatie tussen huisarts en burger loopt het echter nog nietzo hard. Dat zal iedere huisarts zelf kunnen beamen, maar er is hierook iets vreemds aan de hand.Veel van de ondervraagde artsen geven aan dat bepaalde dienstenwel degelijk mogelijk zijn. Zo meldt 69 procent dat de patiëntenherhaalrecepten kunnen aanvragen via internet, en geeft 49 procentaan dat je via e-mail of de website een vraag kunt stellen. De ondervraagdeburgers zeggen echter vooral dat dit nog niet mogelijkis bij hun huisarts, slechts dertig procent zegt een herhaalrecept tekunnen aanvragen, en slechts veertien procent meent dat de eigenhuisarts via e-mail of internet te bereiken is voor een vraag. Bij hetinzien van medische gegevens via Internet (dat kan overigens slechtsbij twaalf procent van de praktijken), meent slechts drie procent vande burgers dat dit bij de eigen praktijk kan.Het curieuze is dat in een andere vraag een groot deel van de ondervraagdeburgers zegt dat men dit soort diensten wel graag zouwillen gebruiken. De Nictiz-onderzoekers concluderen dat de patiëntniet op de hoogte is van al het digitale fraais dat nu al in deetalage van de huisarts staat.
De digitale huisarts is niet bekend bij de burger
Column SmartHealth: ‘De digitale huisarts is niet bekend bij de patiënt’