Samenwerking tussen verschillende zorgorganisaties en -professionals is essentieel om de gezondheidsvraagstukken van de toekomst te kunnen beantwoorden. De eerstelijnszorg speelt daarbij een centrale rol. Dit artikel beschrijft de validering van een model en bijbehorend instrument om het succes van een samenwerkingsverband zichtbaar te maken.
Onderzoek laat zien dat goede samenwerking resulteert in betere patiëntenzorg. Succesvolle samenwerking blijkt in de praktijk echter lastig. Volgens onderzoek mislukt zestig tot tachtig procent van de samenwerkingsverbanden. Van de honderden theoretische modellen die afgelopen decennia samenwerking hebben bestudeerd, ontbreekt de empirische validatie. Het Jan van Es Instituut is daarom een traject gestart om een gevalideerd model en instrument te ontwikkelen om sleutelaspecten van een succesvolle samenwerking vast te stellen.
Op basis van het conceptueel model van Bell, Kaats en Opheij (2013) heeft het Jan van Es Instituut een vragenlijst ontwikkeld voor het meten van samenwerking in de eerstelijnszorg. De ontwikkelde vragenlijst is gebruikt door 321 bestuurders en hulpverleners die betrokken waren bij 59 verschillende samenwerkingsverbanden uit het programma “Op één lijn” van ZonMw. Gedurende drie jaar is het samenwerkingsproces van deze samenwerkingsverbanden gemonitord. Iedere samenwerkingspartner vulde individueel de vragenlijst in. De individuele vragen werden verwerkt door middel van een door het Jan van Es Instituut ontwikkelde methode en programma. Dit programma geeft een profiel van het samenwerkingsverband en advies voor vervolgstappen die kunnen worden geïnitieerd. In deze praktijktest is gekeken naar de validiteit en betrouwbaarheid van de theoretische dimensies van het model van Bell et al. (2013).
De praktijktest leidde tot de volgende bevindingen. De vijf theoretische dimensies van het oorspronkelijke model van Bell et al. (2013) kwamen niet overeen met onze explorerende factoranalyse. Wij vonden een voorkeur voor vier theorethische dimensies of schalen: “bepalen”, “besturen”, “belangen” en “betekenis”. Alle vragen uit de vragenlijst waren hiertoe te reduceren. De betrouwbaarheid van de schalen was hoog, met Cronbach’s alphawaarden (een maat voor de betrouwbaarheid van een schaal) variërend van .80 tot .92. Vervolgens is gekeken naar een logische ordening van de geïdentificeerde schalen in één nieuw theoretisch model. Dit resulteerde in het zogenoemde “4B Sleutelmodel voor Samenwerking”, of kortweg het 4BS.
Sleutelmodel ontrafelt de kunst van het samenwerken
Het Jan Van Es Instituut over wetenschappelijke validering van model en meetinstrument voor samenwerking in eerstelijns zorg.