De samenstelling en verdeling van de Nederlandse bevolking verandert. Dat heeft vooral in de gebieden waar sprake is van krimp effecten op zorg en welzijn. Er zijn specifieke maatregelen in de maak om in krimpgebieden zorg en welzijn te garanderen. Dit past in de taak van de landelijke overheid om de zorg toegankelijk te houden.
In 2009 is het actieplan bevolkingsdaling Krimpen met Kwaliteit gepresenteerd. Hierin is een integraal beleidsplan opgesteld om te zorgen dat in krimpregio’s de leefbaarheid en voorzieningen in stand worden gehouden. Wanneer is er sprake van krimp? De regering hanteert: een substantiële en structurele daling van de bevolking en huishoudens in een regio van minimaal 2,5 procent. Voor de anticipeergebieden is dat nader gespecificeerd. In deze gebieden moet in de periode 2010 tot 2020 en/of de periode 2020 tot 2040 sprake zijn van bevolkingsdaling of huishoudensdaling. Dit komt tot uitdrukking in figuur 1.
Hoewel deze krimp altijd al van invloed was op zorg en welzijn is deze ontwikkeling extra relevant geworden door de systeemaanpassingen in AWBZ en Wmo en daaraan gekoppelde maatschappelijke veranderingen. Door de decentralisaties is de rol en positie van gemeenten veel belangrijker geworden. Een participatiemaatschappij in een krimpregio vraagt een andere benadering dan in een groeiregio. Het betreft bijna drie miljoen mensen, bijna zeventien procent van de totale bevolking. Bijna vijfentwintig procent van de gemeenten heeft te maken met krimp (zie figuur 2). De veranderingen in de ziekenhuissector hebben ook haar invloed op de overige zorginfrastructuur. Juist ziekenhuizen in rurale gebieden hebben een beschik- en bereikbaarheidsfunctie. Een minimale schaalgrootte en zorgvolume is voor kwaliteit en bedrijfsvoering noodzakelijk. Er worden wel alternatieven ontwikkeld met e-health, meekijkconsult en anderhalfdelijns centra, maar die bieden niet het volledige aanbod. Voor electieve zorg zal soms extra gereisd moeten worden. Hoewel Motivaction in een onderzoek (n = 3600) heeft aangetoond dat mensen hiertoe de bereidheid hebben, is de vraag of dat ook voor de populatie uit de krimpgebieden geldt. Voor spoedeisende zorg komen kwaliteitsstandaarden, waarin de minimale kwaliteit en bereikbaarheid gedefinieerd wordt. Voor de verloskundige is het vraagstuk al langer actueel en onderdeel van de integrale geboortezorg. Een ander vraagstuk is de arbeidsmarkt. Niet alleen voor zorgprofessionals, maar vooral voor partners, die in een andere sector werk zoeken. Het aanbod is vaak klein en heeft effect op de aantrekkelijkheid om je als zorgprofessional in een krimpgebied te vestigen.
Een dekkend netwerk in krimpgebieden vormt een uitdagende taak
Hoe kunnen zorg en welzijn gegarandeerd worden in krimpgebieden? Niet concurreren, maar samenwerken!