Community Abonneren
×

Succes bij innovatie is onzeker en in hoge mate onvoorspelbaar

Van eerste naar nulde lijn: digitale zorg vraagt om de innovatie van de relatie patiënt-hulpverlener. Hier de aanbevelingen.

Patiënten maken steeds meer gebruik van diensten die online worden aangeboden. Dit zet de zorg ertoe een nieuwe transitie en innovatie in te zetten: van eerste naar nulde lijn. Digitale zorg levert tal van voordelen voor zowel patiënt als zorgverlener op. Het is echter zeer de vraag of de beleidsregels voor het nieuwe bekostigingsmodel het noodzakelijke zorginnovatieproces wel voldoende faciliteren.

Verduurzaming, nieuwe technologie en economische schaarste zijn belangrijke oorzaken voor innovatie. Een kenmerk van innovatie is dat het succes in hoge mate onzeker en onvoorspelbaar is (Dosi, 1998) en niet van tevoren bepaald kan worden; een kansberekening is niet mogelijk (WRR, 2008), laat staan dat een verdienmodel gegarandeerd is. Dit impliceert dat er altijd een risico is dat een innovatie mislukt en het is van belang dat deze mogelijkheid van tevoren wordt ingecalculeerd. Juist in een mislukking zitten namelijk vaak vele leermomenten om verder te komen met innoveren en dat maakt het onvoorspelbaar. Innoveren is in essentie dan ook een proces van “prototypen”: kleine stappen uitproberen, leren, bijstellen en verbeteren (Dosi, 1998) en ook het nemen van risico moet door middel van verkennen, experimenteren en leren omarmd worden (Nooteboom, 2008). Voorbeelden uit het bedrijfsleven (zelf inchecken op de luchthaven, zelf scannen bij de supermarkt, telebankieren) laten zien dat procesinnovaties, dus in de directe dienstverlening aan de klant, vijf tot tien jaar nodig hebben om ge wenste doelen te bereiken. Belangrijke voorwaarden daarbij zijn:

Voorwaarde 1. Gerichtheid op de behoefte van de klant
Voorwaarde 2. Overeenstemming vooraf met betrokken partijen
Voorwaarde 3. Langdurige investeringen vanuit een centrale regie

Hoe anders is het met innovatie in de zorg?
Voorwaarde 1: In de zorg is de behoefte van de patiënt niet eenduidige vast te stellen. Deze wordt gerepresenteerd door patiëntenverenigingen, de politiek en de zorgverzekeraar.
Voorwaarde 2: Het perspectief van betrokken partijen is in de zorg heel verschillend. De zorgprofessional vernieuwt, gedreven door intrinsieke motivatie voor kwaliteitsverbetering, de financiers kijken met name naar kostenbeheersing en efficiencyverbetering. Het opgeven van machtsposities van bestaande partijen is daarbij een blokkade voor innovatie (Putters, 2012).
Voorwaarde 3: Ministerie van VWS en zorgverzekeraars voeren in de zorg een verschillende regie en verwachten dat doelen en successen snel worden behaald. Dit vanuit de gedachte dat ze daar anders maatschappelijk en politiek op worden afgerekend. Bij zorginnovaties is dus sprake van meerdere logica’s die opzichzelfstaand allemaal waar zijn, maar in samenhang tot afstemmingsproblemen leiden.

Voor de eerstelijnszorg zijn in 2014 beleidsregels vastgesteld voor een nieuw bekostigingsmodel, dat onder andere innovatie moet faciliteren vanuit segment 3. Hoe dit in de praktijk uitwerkt, is bijvoorbeeld te zien aan de wijze waarop zorgverzekeraars de innovaties sturen in de huisartsen- en multidisciplinaire zorg. Twee reacties zijn hier waarneembaar: