Dit voorjaar zijn we met een groep dokters ontsnapt uit Holland-indicatorenland, naar Cuba-preventieland. Cuba is een ontwikkelingsland, maar de mensen worden er ongeveer even oud als hier (79). En de kindersterfte is even laag (4 promille). Het geheim van de kok: de Cubaanse gezondheidszorg is volledig gebaseerd op preventie. Doel van onze studiereis was dan ook: uitzoeken waarom wijkpreventie dáár zo goed en bij ons nog zo slecht lukt. Wat kunnen wij nog leren? En waar zitten onze blinde vlekken?
Met vijftien mensen, huisartsen, GGDstafleden, specialisten ouderengeneeskunde, en een NHG-official, namen we een zeer intensieve kijk in de preventiekeuken van Cuba onder het motto: samen leren, samen werken. Eerdere literatuurstudie, studiereizen, studenten- en aios-uitwisseling met Havana gedurende de afgelopen drie jaar, hielpen ons om te weten wáár we moesten zijn, en aan wié we wát moesten vragen. Hieronder vier essenties voor onze praktijken, die we meenamen uit Preventielaboratorium Cuba:
1 Eenvoud in organisatie en concept
De bemoeienis van veel gespecialiseerde disciplines en dito financiers met uiteenlopende belangen in Nederland, leidt vaak tot een waterig vlees-noch-vissoepje. Het maakt een duidelijk doel en heldere organisatie nagenoeg onmogelijk. In Cuba is het ijzersterke duo huisarts-generalistische wijkzuster de spil van preventie. De “wijk- epidemioloog” koppelt de dagelijks aangeleverde gezondheidsgegevens halfjaarlijks terug voor bijstelling van de zorgprioriteiten in die wijk. En men werkt er met vier algemene en voor iedereen begrijpelijke risicoklassen, die van 4 naar 1 een verbeterend, niet-ziektespecifiek gezondheidsperspectief geven. Ze vormen gespreksstof voor dokter met wijkbewoner, maar ook tussen wijkbewoners onderling. Bij uitingen in de media, in openbare gebouwen en op straat staat de vraag “hoe blijf ik gezond” op de eerste plaats.
Toepassing in de Nederlandse situatie:
Zorg dichter bij huis, en dus dicht bij de eerste lijn, biedt kansen voor preventie. Organisatorisch zijn een klein “dedicated” kernteam (inclusief huisarts), kleinschalige feedback van medische- en wijkgegevens en communicatie in eenvoudige en voor iedereen begrijpelijke risicoklassen nodig: 1 =gezond, 2=risicofactoren, 3=chronische ziekte aanwezig, 4= invaliditeit. De gezondheids- en kostenvoordelen zullen eerder zichtbaar worden nu de financiering van zorg en welzijn bij minder partijen ligt (zorgverzekeraar en gemeente).
2 Overheidsregie en overheidsfinanciering nodig
Marktwerking met bijbehorende versnippering en kortetermijndenken, vormen in ons land een grote handicap. Onder andere om die reden kwam KPMG – namens VWS in 2012 op zoek naar oorzaken van de explosieve zorgkosten-groei in Nederland – tot de conclusie: “mission impossible”.
Laat preventie ook “wortelen” in de wijkbevolking
Cubaanse gezondheidszorg is volledig gebaseerd op preventie, wat kunnen wij leren?