Zo’n twee jaar geleden is de Wet Normering Topinkomens (WNT) ingevoerd. Deze wet heeft ervoor gezorgd dat de bezoldiging van topfunctionarissen van de publieke- en semipublieke sector is gebonden aan een wettelijk maximum, en dat de bezoldiging van topfunctionarissen wordt gepubliceerd. De meeste zorginstellingen kwalificeren als een WNT-instelling en moeten dan ook rekening houden met de WNT-normen bij de vaststelling van hun bezoldigingsbeleid en bij het aantrekken van topfunctionarissen. De regelgeving van de WNT is erg complex en niet altijd even goed doordacht. Ondanks diverse herstelacties en wijzigingen ziet de praktijk zich nog steeds regelmatig geconfronteerd met onduidelijkheden en knelpunten. Met deze serie beoogt De Eerstelijns wat meer duidelijkheid te scheppen omtrent diverse onderdelen van de WNT.
Het eerste deel van deze serie over “De complexiteit van de Wet Normering Topinkomens (WNT)” zoomt in op de werking van de WNT, het WNT-normenkader voor de zorg, het instellingsbegrip, en op de definiëring van topfunctionarissen volgens de WNT.
De werking van de WNT
De WNT is gebouwd rondom de volgende principes:
1 Topfunctionarissen mogen niet meer verdienen dan het toepasselijke bezoldigingsmaximum
De bezoldiging van fulltime topfunctionarissen van WNT instellingen mag niet meer bedragen dan het algemene bezoldigingsmaximum (voor 2015: € 178.000,-). Voor bepaalde sectoren kan een afwijkend bezoldigingsmaximum of een gedifferentieerd maximum (klasse-indeling) worden ingevoerd. Als de instelling met de topfunctionaris een hogere bezoldiging dan toegestaan afspreekt, is het meerdere onverschuldigd betaald. Voor leden van de Raad van Toezicht geldt een afwijkende norm. Leden mogen niet meer verdienen dan tien procent van het toepasselijke bezoldigingsmaximum. Voor de voorzitter bedraagt dit percentage vijftien procent.
2 Variabele beloningen zijn niet meer toegestaan
Het toekennen van winstdelingen, bonussen of andere variabele beloningen aan topfunctionarissen is niet meer toegestaan. Er mag alleen een vaste beloning worden afgesproken.
3 De instelling moet de bezoldiging van topfunctionarissen jaarlijks rapporteren aan de minister
De instelling dient de bezoldiging van haar topfunctionarissen en andere functionarissen die meer verdienen dan het toepasselijke bezoldigingsmaximum, jaarlijks vóór 1 juli – voor de zorg moet dit zelfs voor 1 juni gebeuren – door te geven aan de verantwoordelijk minister.
4 De bezoldiging van topfunctionarissen en onverschuldigde betalingen moeten in de jaarrekening worden verantwoord
In de jaarrekening moet de bezoldiging per topfunctionaris (op naam) worden verantwoord. Hetzelfde geldt voor bezoldigingen van andere functionarissen die hoger zijn dan de norm, maar dan hoeft dit alleen op functie te worden vermeld. Als een topfunctionaris een te hoge bezoldiging heeft ontvangen, is er sprake van een onverschuldigde betaling die ook in de balans dient te worden opgenomen en te worden verantwoord in de toelichting.
5 De naleving van de WNT moet worden gecontroleerd door de accountant
De accountant dient bij de controle van de jaarrekening na te gaan of de WNT is nageleefd, en dient zijn oordeel hierover op te nemen in de controleverklaring. Kleinere instellingen die geen verplichte jaarrekeningcontrole kennen, dienen alsnog een afzonderlijke controleopdracht te verlenen voor de naleving van de WNT.
6 De accountant moet overtredingen van de WNT melden
Wanneer de accountant constateert dat er sprake is van nog niet-terugbetaalde onverschuldigde betalingen, of de jaarrekening niet alle vereiste informatie bevat, dient hij dit te melden aan de verantwoordelijk minister.