Community Abonneren
×

Mantelzorg mantra ontmanteld

Overheid overschat mogelijkheden voor mantelzorg door familie. De Eerstelijns ontmantelt het mantelzorg mantra.

Mantelzorg is een van de kernpunten van de overheid. Zorg voor elkaar is een belangrijke troef bij het beteugelen van de toenemende zorgkosten door vergrijzing. Maar zijn de verwachtingen realistisch? De Eerstelijns analyseert.

Mantelzorg komt meestal voor rekening van familieleden. Vrijwilligers, buren en vrienden hebben een bescheiden, ondersteunende rol. Er zijn diverse onderzoeken naar mantelzorg uitgevoerd. In dit artikel beschrijven we de conclusies op hoofdlijnen.
Van 2002 tot 2014 is onderzoek naar mantelzorg gedaan en recent is de uitslag gepresenteerd. 40 procent van de familiebanden zijn niet geschikt om mantelzorg adequaat aan te gaan. De onderzoeker van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (Hogerbrugge 2014) heeft de verschillende familierelaties in zes categorieën onderverdeeld: harmonieus, plichtmatig, ambivalent, conflictueus, affectief en afstandelijk. Gebleken is dat een ambivalente relatie voor mantelzorg niet werkt en een negatief effect heeft op het welzijn en welbevinden van betrokkenen.
De conclusie dat de mogelijkheden van mantelzorg door familie door de overheid overschat worden, wordt gedeeld door een andere deskundige. Van Tilburg (VU): ‘De meeste families maken geen goede afspraken over wie wat doet als papa of mama gebrekkig wordt, meestal is het één familielid die alles doet, tot die er bij neervalt’.

Het kennisinstituut voor mantelzorg Mezzo geeft aan dat 45 procent van de 1 tot 1,5 miljoen mantelzorgers zwaarbelast of overbelast wordt. Het instituut heeft zelfs risicoprofielen opgesteld voor deze groep: mantelzorgers die het alleen doen, 75-plussers die voor de partner zorgen, familie van mensen met psychiatrische aandoeningen, werkende mantelzorgers van chronisch zieken of mensen met dementie, jonge mantelzorgers en allochtone mantelzorgers.

Bereidheid

Naast geschiktheid, speelt de bereidheid van naasten om mantelzorg te verlenen een rol. Marketingbureau USP heeft Nederlanders gevraagd (2015, N = 1000) waarom kinderen geen mantelzorg aan hun ouders zouden kunnen bieden in de toekomst. Ruim 45 procent geeft aan dit niet te kunnen met als belangrijkste redenen in volgorde van belangrijkheid: de reisafstand is te groot, de eigen baan/banen slokt/slokken te veel tijd op, het eigen gezin krijgt voorrang, men wil niet. Als dezelfde vraag aan mantelzorgvragers wordt voorgelegd, dan denkt één op de vijf ouderen dat er mensen in de omgeving zijn die te zijner tijd kunnen helpen. 50 procent zegt niemand te hebben. Cijfers van het Centraal Planbureau laten bovendien zien dat het aantal eenpersoonshuishoudens stijgt. Wat betekenen deze onderzoeksgegevens voor het beleid?