Community Abonneren
×

LHV-visie doorgelicht vanuit multidisciplinair perspectief

Multidisciplinaire zorg in de regio vereist gemandateerde organisatie toekomstvisie.

Huisartsenorganisatie LHV heef haar toekomstvisie en beroepsprocedure tegen de Nederlandse Zorgautoriteit gepubliceerd. De Eerstelijns heeft beide met interesse gelezen. De LHV heeft een duidelijk verhaal, maar De Eerstelijns heeft een andere mening als het gaat om het nemen van verantwoordelijkheid voor een populatie op regionaal niveau.

De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) heeft een duidelijk verhaal over de rol van de huisarts en de randvoorwaarden om de stijgende werkdruk te lijf te gaan. Minder patiënten per praktijk en meer tijd voor de individuele, meer complexe patiënten. Ofwel een kleinere normpraktijk. Daarnaast gezamenlijk contracteren. Binnen het huidige regime dat de Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft opgesteld en als dat niet werkt door aanpassing van de mededingingsregels. Minder patiënten is een goede gedachte. Tachtig procent van de praktijk bestaat uit patiënten die incidenteel zorg nodig hebben. Voor hen werkt het huidige regime goed genoeg: consulten, dubbele consulten enzovoort. De twintig procent van de patiëntenpopulatie die kampt met complexe multimorbiditeit, vaak gecombineerd met zorg- en welzijnsklachten, vraagt echter meer aandacht in de huisartsenpraktijk. Het is goed als daarvoor de benodigde ruimte komt. Veel zorg aan deze groep kan gedelegeerd worden naar andere zorgaanbieders. POH (somatiek, GGZ of jeugd), verpleegkundig specialisten, multidisciplinaire zorgaanbieders in een team. Maar deze vragen aansturing en coaching. Bij individuele patiënten is de huisarts daar de aangewezen persoon voor. Ook hiervoor is meer tijd een vereiste: De Eerstelijns heeft eerder gepleit voor een normpraktijk van 1 FTE : 1800 patiënten, te realiseren in een afbouw van 120 patiënten per jaar in drie jaar tijd. Tot zover zitten we op één lijn met de LHV.

Populatie verantwoordelijkheid

Als het gaat om het nemen van de verantwoordelijkheid voor een patiëntenpopulatie op regionaal niveau en bijvoorbeeld het maken van afspraken met gemeenten, ziekenhuizen of thuiszorgorganisaties, delen we de visie van de LHV niet. Dat kan een individuele huisarts niet en meestal wil deze dat ook niet. Dit vereist een gemandateerde verantwoordelijke organisatie. Geen LHV-kring, want die heeft geen mandaat. Bovendien heeft de kring geen zeggenschap over (de vraag of) afspraken/contracten met andere zorgaanbieders in de chronische zorg en bij multimorbiditeit noodzakelijk zijn. Zoals in de zorgstandaarden en richtlijnen is opgenomen gaat het daarbij om diëtisten, logopedisten, psychologen, wijkverpleegkundigen, apothekers of medisch specialisten. Of zorgaanbieders die nodig zijn in de afstemming over domeinoverstijgende vraagstukken rond jeugd, GGZ of complexe ouderen. Regionale afspraken zijn nodig als gevolg van decentralisaties, ambulantisering en extramuralisering. Dit is een maatschappelijk opgave en deze is niet 1 : 1 gelijk aan het belang van de huisarts en zijn vakbond. Het kan zelfs zo zijn dat bijvoorbeeld de zorg voor complexe ouderen meer de verantwoordelijkheid van de wijkverpleegkundige gaat worden. Of dat de psycholoog een grotere rol krijgt in de GGZ. Gaat de LHV dat nastreven? Of is dat meer de rol van een organisatie met een brede visie en adequate governance? Op dit punt wijkt de visie van De Eerstelijns af van die van de LHV. De Eerstelijns legt de organisatie van de basiszorg voor verzekerden met incidentele gezondheidsklachten bij de huisartsenpraktijk en multidisciplinaire zorg voor chronisch zieken bij gemandateerde organisaties.

Download het volledige artikel voor de reactie van De Eerstelijns op het beroep dat LHV en de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen hebben aangetekend bij de Nederlandse Zorgautoriteit.

Auteur: Jan Erik de Wildt