Wat is de toekomst van zorggroepen? Dat was de centrale vraag op het uitverkochte congres in Maastricht. Met 150 deelnemers vanuit zorggroepen, zorgverzekeraars, VWS, koepelorganisaties en bedrijfsleven. Conclusie: zorggroepen gaan zich (verder) bezig houden met GGZ en ouderenzorg. Dat sluit aan bij de visie op zorggroepen die Guy Schulpen en Jan Erik de Wildt eerder dit jaar opstelden en bij de (concept) visie van InEen over de lokale en regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisaties.
De inhoud
Op de eerste dag twee inspirerende lezingen over wat zorggroepen te doen staat en waarom. Door psychiater Jim van Os over de decentralisatie en herallocatie van de GGZ in de wijk en specialist ouderenzorg Jos Schols over de effecten van de decentralisaties in de ouderenzorg. Daarnaast was er uitgebreid de tijd voor reflectie en discussie.
Kenmerken en kengetallen
GGZ
- 24% prevalentie per jaar; 16% beschikbaar budget per jaar; 30% beddenreductie/10 jaar
Ouderenzorg
- 160.000 verpleeg/verzorgingshuisbedden naar 100.000 verpleeghuisbedden
Op dag twee de antwoorden hoe zorggroepen dit kunnen organiseren. Wilfrid Opheij over de opbouw van de huisartsenzorg in de wijk naar regionale multidisciplinaire samenwerking volgens de logica van het netwerk: wederzijdse afhankelijkheid en beïnvloeding. En ook nu de mogelijkheid om in kleine groepen door te filosoferen en kennis & ervaring uit te wisselen.
En tot slot de inspirerende presentatie van Arend Ardon over de wijze waarop professionals in beweging komen. Proactief op basis van geloof, vertrouwen en stapsgewijs proefondervindelijk in plaats van op basis van feiten, cijfers en angst.
Informeel
Kasteel Vaeshartelt met zijn middeleeuwse ambiance was een goede locatie voor het denken over de toekomst. Zelfs voor de deelnemers uit het Noorden die er tot 5,5 uur voor nodig hadden om Maastricht te bereiken. Maar dat had geen invloed op de uitstekende sfeer.
