Zorggroep DOH in Eindhoven is al enkele jaren actief bezig met de omslag naar meer persoonsgerichte zorg. Toch viel er nog wat te verbeteren aan de consultvoering in de chronische zorg. In samenwerking met de huisartsopleidingen in de regio werd een project gestart om het zelf ontwikkelde consultmodel Persoonsgerichte Chronische Zorg tussen de oren te krijgen van praktijkondersteuners, huisartsen en huisartsen in opleiding. Met succes.
Steeds vaker valt de term persoonsgerichte zorg, ook in de regio Eindhoven. Ervaringen met het SeMaS-project bij zorggroep DOH leerden dat de consultvoering in de chronische zorg nog persoonsgerichter kan. De juiste inzet van consultvaardigheden kan hieraan bijdragen. Bovendien bleek dat een chronisch consult anders is dan een regulier huisartsconsult, doordat er meestal geen directe hulpvraag is bij de patiënt. Dat was aanleiding voor een project waarbij niet alleen praktijkondersteuners, maar ook huisartsen en huisartsen in opleiding werden getraind in het persoonsgericht werken binnen het chronisch consult. Daarbij werd gebruikgemaakt van het consultmodel Persoonsgerichte Chronische Zorg, dat in de regio is ontwikkeld. Dit was een gezamenlijk project van zorggroep DOH en de huisartsopleidingen Nijmegen en Maastricht, die beiden een dependance in Eindhoven hebben.
Een win-win situatie
Het betrekken van zowel huisartsen (in opleiding) als praktijkondersteuners stimuleert het interprofessioneel leren en samenwerken in de praktijk. In het project volgden de zorgverleners een zogenaamde interprofessionele training en vervolgens deden zij twee videofeedbacksessies op de eigen praktijk in een periode van een jaar. Dit gebeurde onder leiding van een docent van de huisartsopleiding Eindhoven. Tussen de sessies door konden de huisartsen (in opleiding) en praktijkondersteuners activiteiten ondernemen om kennis over consultvoering en chronische zorg uit te wisselen en zo van elkaar te leren.
Resultaten
Een ruime meerderheid van de deelnemers gaf na het project aan dat de consultvoering binnen de chronische zorg is veranderd. Veranderingen zijn onder andere het opstellen van een gezamenlijke agenda aan het begin van het consult en het meer uitgaan van wat voor de patiënt belangrijk is. Zestig procent van de deelnemers gebruikt het consultmodel regelmatig. Het reflecteren op de eigen consultvoering in een veilige setting blijkt zeer waardevol. Leerzaam was ook dat huisartsen konden zien op welke manier hun praktijkondersteuner te werk ging in de spreekkamer en andersom. Hoe de deelnemers deze interprofessionele manier van leren en samenwerking hebben ervaren is middels focusgroepen onderzocht door het Radboudumc. Deze resultaten worden begin 2018 verwacht.
Auteurs: Petra Wopereis (huisartsopleiding Radboudumc), Nathalie Eikelenboom (DOH)
Download het volledige artikel hier: