Laaggeletterden lopen tegen barrières aan in de zorg en in de samenleving, die voor veel hoger opgeleiden ondenkbaar zijn. Adviezen van zorgverleners en informatie over gezondheid en zorg zijn voor deze mensen vaak te complex of het aanbod is niet bekend. Verwijzingen lopen vast in administratieve rompslomp of medicatie wordt niet juist gebruikt. Terwijl deze groep juist vaker kampt met chronische aandoeningen als overgewicht, diabetes en hart- en vaatziekten en zeven jaar eerder overlijdt.
Om te komen tot effectievere zorg voor laaggeletterden, begeleiden Vilans en Pharos in drie gezondheidscentra (Utrecht, Kerkrade en Arnhem) een pilot waarin laaggeletterde patiënten zelf een belangrijke rol hebben. Via multidisciplinaire teams met zowel professionals als laaggeletterde patiënten wordt bekeken hoe zorg, ondersteuning en leefstijlinterventies, beter kunnen aansluiten op de vaardigheden en leefwereld van laaggeletterde patiënten.
Meer begrip
Laaggeletterden weten de huisarts goed te vinden. Maar laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden worden in de huisartsenpraktijk vaak niet (tijdig) herkend. Communicatie, materialen en praktijkorganisatie zijn meestal niet afgestemd op deze doelgroep.
Op de drie pilotlocaties leidt de samenwerking met laaggeletterde patiënten nu al tot meer begrip voor laaggeletterden en het maakt blinde vlekken zichtbaar.
Participatieve aanpak
De aanpak is geïnspireerd op de Participatory Learning and Action4 methode en op Design Thinking. De ervaringen en kennis van alle betrokkenen staan centraal en zijn gelijkwaardig. Dit helpt het gat te dichten tussen wat patiënten willen en wat zorgorganisaties en zorgverleners doen. In het eerste projectjaar vonden meerdere bijeenkomsten plaats waarin steeds één onderwerp centraal stond, zoals het herkennen van laaggeletterdheid of de verwachtingen die laaggeletterden hebben van de zorg. Een duo van huisarts en praktijkondersteuner zorgt per praktijk voor het opvolgen van de acties die voortkomen uit de bijeenkomsten.
Eerste opbrengsten
Uit de evaluatieronde blijkt dat de zorgverleners alerter zijn op laaggeletterdheid onder hun eigen patiënten. Ze stellen vaker gerichter vragen om laaggeletterdheid te achterhalen en registreren dit, in goed overleg met de patiënt, vaker in het dossier. Deelnemende patiënten vinden het fijn dat ze mee mogen denken en hebben het gevoel serieus te worden genomen. De meeste patiënten zijn gedurende het traject mondiger geworden en spreken soms zorgverleners direct aan op hoe zij het doen.
De begeleiding vanuit Vilans en Pharos loopt nog tot november 2018 en wordt gevolgd met onderzoek.
Auteurs: Karen Hosper, Jeanny Engels, Jeroen Havers, Maria van den Muijsenbergh
Download het volledige artikel hier: