In het hele land neemt de druk op de acute zorg toe. Er zijn veel initiatieven om dit te beteugelen – en op sommige plekken stabiliseert de druk inderdaad – maar het blijft een taai probleem. Dat ligt aan de instroom, doorstroom én uitstroom van de acute zorg. Ketenoptimalisatie is dus noodzakelijk. De acute zorg in Nederland is verdeeld in elf regio’s met elk een overkoepelend overleg: het ROAZ (Regionaal Overleg Acute Zorg). Minister Bruno Bruins van Medische Zaken wil dat de ROAZ’en meer de ‘lead’ nemen in de acute zorgketen. Maar hoe moeten ze die rol invullen?
“Meer deelnemers en betere besluitvorming”, zegt Bas Leerink. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van ziekenhuis Medisch Spectrum Twente (MST), bestuurder bij ROAZ Acute Zorg Euregio en lid van het dagelijks bestuur van het LNAZ (Landelijk Netwerk Acute Zorg), de overkoepelende organisatie van de elf ROAZ’en. De taken van een ROAZ vloeien voort uit de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi), die wordt vervangen door de Wet Toelating Zorgaanbieders (WTZa). Dus is ook het overleg in de acute zorg toe aan herijking. “Het belang van regie wordt steeds groter”, zegt Leerink. “Daarom is het zaak om nog veel meer partijen in het ROAZ te betrekken. Ik denk vooral aan vertegenwoordigers van organisaties in de ouderenzorg.”
De extramuralisering van de zorg heeft de afgelopen jaren voor dertig procent meer spoedopnames onder ouderen gezorgd, zo blijkt uit onderzoek, en er zijn geen tekenen dat de stroom gaat afnemen. Een belangrijk punt is het organiseren van vervolgzorg, bijvoorbeeld door bedden in een eerstelijnsverblijf of door de inzet van wijkverpleegkundigen of transferverpleegkundigen die zorgen dat ouderen na een bezoek aan de SEH of HAP de juiste zorg thuis krijgen.
Investering
Daarnaast pleit Bas Leerink ervoor om in sommige gevallen verloskundigen en apotheken te betrekken in het ROAZ. Maar levert zo’n breed spectrum aan disciplines niet een onwerkbaar overleg op? “Daarom moeten we het verdelen in domeinen van acute zorg”, zegt Leerink. “Denk aan thema’s als beroerte, hartfalen, GGZ of verloskunde. Dan komen expertteams samen die zijn toegespitst op zo’n domein.” Binnen het ROAZ wordt al veel met zulke groepen gewerkt. De eerste lijn wordt daar nauw bij betrokken, vertelt Leerink. “Huisartsen moeten nadenken hoe ze zich laten vertegenwoordigen in een ROAZ. Dat verschilt per regio. Soms is het een directeur of medisch directeur van een HAP. Soms is het iemand uit een huisartsenkring. Regionale samenwerking vraagt investeringen, maar het levert veel op.”
Auteur: Leendert Douma
Download het volledige artikel hier: