“In mijn praktijk richt ik mij op kwetsbare ouderen met complexe problematiek. Een groep mensen bij wie zich vaak valincidenten voordoen. Mijn praktijk bevindt zich in een kleine, vergrijzende gemeente, de helft van de inwoners is 65-plus. Samen met de gemeente heb ik met subsidie van ZonMw een project kunnen opzetten om deze mensen onder andere een valpreventie cursus aan te bieden. Wat ik in die cursus aantref, zijn mensen die meerdere valincidenten hebben meegemaakt. Ze komen pas bij de reguliere zorg in beeld als zich al een probleem heeft voorgedaan. Een probleem met persoonlijk leed en bovendien potentieel grote maatschappelijke kosten. Dat leidt bij mij tot de vraag: hoe krijgen we het voor elkaar om zorgbreed uit te rollen dat deze mensen op het juiste moment de juiste zorg krijgen?
Specialisten ouderengeneeskunde begrijpen mijn vraag soms wel. Maar als ik de moeite neem om er met een manager van ons huisartsenteam ouderenzorg over te spreken, krijg ik als antwoord: “Ik zal het eens gaan bespreken”. Hetzelfde gebeurt als ik er met veel moeite in slaag in gesprek te komen met mensen van de zorgverzekeraar of van VWS. En als ik een presentatie geef voor een groep huisartsen en over het onderwerp valincidenten begin. Ze kijken me dan aan of ze water zien branden. Dan denk ik: die kwetsbare ouderen vallen vandáág, nu, nu is de tijd. Laten we dus samen een preventieplan ontwikkelen om dit te voorkomen. En kies er als zorgverzekeraar voor om preventieve trajecten te vergoeden, want er kan een enorme besparing mee worden gerealiseerd. Maar het gebeurt niet. Waarom is mij onduidelijk.”