“Ik ga op vakantie met het besef dat een aantal geneesmiddelen niet leverbaar is en ik kom terug met de zekerheid dat dit nog steeds het geval zal zijn. Alleen weet ik niet of het om dezelfde middelen gaat, dus het eerste wat ik moet doen als ik van vakantie terugkom is een overzicht krijgen van de actuele situatie. Het is een onderwerp waarmee ik mij dagelijks bezighoudt. Het is nog niet zo dat er bij een medicijntekort geen uitwijkmogelijkheid binnen dezelfde groep is, maar ik vrees dat dit wel een keer gaat gebeuren. Voor de patiënt is het nogal wat als tegelijkertijd de ooggel én de oogzalf niet leverbaar zijn. Dan kun je wel uitwijken naar oogdruppels, maar is dat wel een alternatief? Het vertrouwde geneesmiddel kan echt een baken zijn voor de patiënt. Wat ik zelf in ieder geval nooit zou doen, is geneesmiddelen verstrekken die over de datum zijn of die andere patiënten hebben teruggebracht, dat is onoorbaar.
Over de oorzaak van het probleem wordt veel gediscussieerd. Zelf denk ik niet zozeer dat alleen het preferentiebeleid de oorzaak is, ik denk eerder de Wet geneesmiddelprijzen en het feit dat we als landje niet zo interessant zijn voor de farmaceutische industrie. Maar als een preferent middel niet leverbaar is, helpt dat niet in de discussie aan de balie. En wat zeker ook niet helpt, is dat je de ene patiënt wel zijn preferente middel kunt leveren en de andere niet, omdat de zorgverzekeraars hierin niet het beleid van de dominante zorgverzekeraar volgen. Het kost mij bijna een fulltime medewerker om hierop te sturen, dat is écht te veel tijd.”