Community Abonneren
×

Column Maarten Bergman: Ervaringsraad versus Commissie Poortwachter

Op mijn hartenkreet op LinkedIn zijn vele lieve, mooie en welgemeende reacties gekomen. Een enkeling wist van mijn verleden, de meesten niet. Sommigen waren ontdaan door de onthulling dat mijn ervaring met armoede, schulden en zelfmoordgedachten een heel persoonlijke is. Daarom werd het tijd – mede ingegeven door de frustratie van het moment – om open kaart te spelen. Zodat er geen twijfel meer is over de bron van mijn inzichten, denkrichting en verhalen.

Wat me meer dan aangenaam verraste, was de reactie van Anna Veltkamp, wier podcast me had aangezet tot de LinkedInpost. Ze wilde me spreken. Afspreken zelfs. Want ze begreep mijn frustratie en wilde meer weten. Natuurlijk ben ik er op ingegaan.

Dromen en toekomstvisies

Het was een inspirerende ontmoeting. We spraken twee uur met elkaar, zonder belang of censuur. Met open vizier. Geen voorbehoud. Uitwisseling van ideeën en wensen. Wat al snel leidde tot een afspraak om een podcast te maken. Als afsluiting van de serie die ze tot nu toe heeft gemaakt. De opname wordt eind september gemaakt. Samen met twee andere genodigden. Ik heb er heel veel zin in. Om van hart tot hart te spreken over hoe nu verder. Om dromen en toekomstvisies ongebreideld uit te spreken en mogelijk de institutionele verlamming te verbreken.

Ervaringsraad

Tegelijkertijd lees ik over een nieuw idee: een ervaringsraad. Als integraal onderdeel van een overheidsorganisatie. Bestaand uit leden van allerlei cultuur-, opleidings-, sociaaleconomische en ervaringsachtergronden. Kortom: inclusief en een toonbeeld van diversiteit.

In mijn gedachten passeerden direct al die andere raden: Cliëntenraad Sociaal Domein, Bewonersraad, Adviesraad Sociaal Domein, Landelijke Cliëntenraad, Armoederaad, Cliëntenraad UWV, Patiëntenraad, Medezeggenschapsraad, Burgerraad, etc. Mijn vraag werd: is er behoefte aan nog een raad? Wat is de toegevoegde waarde? Want ik durf er mijn spreekwoordelijke hoed onder te verwedden dat mensen met ervaringskennis over armoede en de gevolgen daarvan voor bestaansveiligheid, in een aanzienlijk deel van die raden vertegenwoordigd zijn.

Anders gezegd: een ervaringsraad zal mogelijk invloed hebben op het beleid, maar die doorwerking is mijns inziens miniem. Een raad bestaat niet zelden ter rechtvaardiging van het gekozen beleid (“We hebben naar jullie geluisterd, vinden dit signaal heel belangrijk en hebben het in onze aanpak meegenomen”), of om de mopperende burger te dresseren (“We nemen het serieus en het heeft onze volle aandacht”).

Participatiemoe

Zeker op landelijk niveau lijkt het gezag van eerdergenoemde raden klein. Op lokaal niveau ervaar ik regelmatig hetzelfde. Waardoor veel burgers het nut van deelnemen aan een dergelijk overlegorgaan niet langer als zinvol beschouwen. De term participatiemoe komt steeds vaker voorbij. Wat natuurlijk heel jammer is. Vooral omdat bestuurders en beleidsmakers die inspraak van en meedenken door de burger heel belangrijk vinden, juist op deze manier die stem kwijtspelen door ze niet serieus te nemen. Kennelijk hebben ze niet in de gaten hoe rampzalig de vertaalslag is die ze maken na het gesprek met de burger – waarschijnlijk vanwege het eenvoudige feit dat ze geen besef hebben van de kloof tussen de leefwereld van de burger in nood en het systeem waarin zij als beleidsmakers vertoeven.

Veelgehoorde uitspraak van een strateeg: het is een complexe wereld waarin kleine stapjes als een overwinning gezien moeten worden. De burger denkt: afgeserveerd en met kluitje in het riet gestuurd.

Het mag duidelijk zijn dat ik zo mijn voorbehoud heb. Omdat ik denk dat een raad eerder verzwakkend dan versterkend werkt. Een raad is een filter dat voor een verdunde uitkomst zorgt. Een raad biedt de mogelijkheid om te onderhandelen. Een raad is voor leidinggevende en beleidsmaker een instrument om keuzes te legitimeren. Een raad loopt het risico monddood gemaakt te worden door een politiek en bestuurlijk vaardige communicatieadviseur. Van een vuist op tafel tijdens de raadsvergadering blijft dan vaak niet meer dan een bijzin in de beleidslijn over. Wat vervolgens (besmuikt) als succes wordt gevierd.

Commissie Poortwachter

Mijn voorstel? Een Commissie Poortwachter. De laatste stap voor in werking treden van alle nieuw beleid of wet. Geen wetgeving zonder fiat van die commissie. Praktisch burgerschap in optima forma. Op landelijk, provinciaal en lokaal niveau. Ja, dat wordt ingewikkeld. Ja, dat zorgt (mogelijk) voor langdurige onderhandelingen. Ja, dat remt beleid en wet- en regelgeving af. Mooi zo. Want dat dwingt de wetgever en beleidsmaker tot beter en langer nadenken, tot beter afstemmen vooraf en waarlijk betrokken zijn bij het onderwerp waarover het gaat. Maar dat zet grote druk op overheden, het besluitvormingsproces en de uitvoering! Nog beter. Want het is de hoogste tijd dat daar ook eens flink aan de boom geschud wordt. De verlammende werking van in bureaucratie verpakte angst dient zo snel mogelijk tot het verleden te behoren.

Daarom directe invloed van de mensen waarover het gaat. Van hovenier tot topman van een multinational, van bijstandsmoeder tot miljonair, van agnost tot religieus opgevoed. Allemaal lid van de Commissie Poortwachter. Een veilige plek waar domme vragen niet bestaan en iedereen ertoe doet. Ploeg maar door de materie heen, tot de laatste snik, totdat iedereen waarlijk begrijpt waarover het gaat. Dat zorgt meteen voor helder taalgebruik, geworteld in de dagelijkse praktijk. Het zorgt voor inperken van overbodige terminologie in, en reductie van verstikkende juridisering van beleid.

Want laten we wel wezen: de Gordiaanse knoop van voorschriften smeekt om een vlijmscherpe bijl.

Lees hier de hartenkreet van Maarten op LinkedIn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *