De druk op de eerstelijnszorg in Nederland is groot. Bijna twee derde van de huisartsenpraktijken in het land neemt geen nieuwe patiënten meer aan. Er zijn meer huisartsen dan ooit, en toch dreigt de zorg vast te lopen. Hoe blijft de eerstelijnszorg toekomstbestendig? En welke rol kan technologie hierin spelen, zonder huisartsen met te veel werk op te zadelen? Dat waren belangrijke thema’s op het Eerstelijnsseminar 2024.
De behoefte om kennis uit te wisselen binnen de eerstelijn is groot, zegt Karens. Reden voor Bettr Health Finance , Juvoly en Buurtdokters om voor het eerst gezamenlijk een ‘inhoudelijke dialoog’ te organiseren. Ruim honderd voornamelijk huisartsen en bestuurders in de zorg kwamen in februari in Ede bijeen om over toekomstbestendige zorg te spreken.
De bijdragen van onder meer hoogleraar huisartsgeneeskunde Henk Schers, Marjo Vissers, bestuursvoorzitter van VGZ en Bianca Rouwenhorst van het ministerie van VWS inspireerden en gaven genoeg voor discussie. Karens: “We vonden het heel belangrijk om een inhoudelijk sterk programma neer te zetten. We hebben daarom ook een zorgverzekeraar en het ministerie uitgenodigd. Niet iedereen was het met elkaar eens, maar dat zorgt juist voor een goede dialoog en waardevolle inzichten.”
Digitale transitie
Een belangrijk inzicht voor de directeur was de groeiende pilotmoeheid binnen de eerstelijnszorg. De digitale transitie verloopt nog erg versnipperd. “Het is nu tijd om succesvolle innovaties op te schalen. Er is echt behoefte aan meer standaardisatie. Elke regio hoeft niet opnieuw het wiel uit te vinden.”
Er wordt veel gesproken over de administratieve druk in de zorg die omlaag moet. Automatiseringssystemen kunnen daarin een grote rol spelen, zegt Karens. “Maar huisartsen zijn hartstikke druk, iedere dag zit die spreekkamer vol. Zij hebben niet de tijd om uit te zoeken wat er allemaal beter kan. Als je tot je nek in het werk zit, dan kunnen we met z’n allen wel roepen: ‘innoveren, innoveren’, maar daar heb je helemaal geen ruimte voor.”
Hij ziet dat een aantal regionale huisartsenorganisaties hierin al een rol op zich neemt, door hun huisartsen te helpen met goede voorbeelden en implementatie. “Dat gebeurt ook al in het land. We moeten veel kennis delen, lessen trekken.”
Vooruitgang
Karens benadrukt dat er de afgelopen jaren ook al veel in beweging is gezet. “Vergeleken met tien jaar geleden gebeurt er al heel veel digitaal, daar mogen we zeker ook trots op zijn.” Hij wijst op de komst van de CMIO (Chief Medical Information Officer) binnen de regionale huisartsenorganisaties. Zij slaan bruggen tussen ICT en patiëntenzorg en werken aan digitalisering op de werkvloer. “Binnen het landelijk CMIO Netwerk Eerstelijn wordt ook steeds meer kennis gedeeld.” Tijdens de bijeenkomst in Ede werd dat onderbouwd met een bijdrage én voorbeelden van Mariëtte Willems, voormalig voorzitter van het CMIO-netwerk en bestuurder bij de LHV.
Dit alles helpt volgens Karens om de aarzeling bij huisartsen voor digitalisering en de implementatie van nieuwe systemen weg te nemen. “Innovatie moet huisartsen natuurlijk werk uit handen nemen en niet voor meer werk zorgen. Toch zijn veel artsen daar nog huiverig voor. Maar een overstap naar een ander systeem hoeft in de praktijk helemaal niet zo spannend te zijn. En door bijvoorbeeld het primaire financiële proces van declaratie en uitbetaling te optimaliseren, hebben we aangetoond dat echt ’fors tijd te besparen is die weer op een andere plek kan worden ingezet.”
Infrastructuur
Een pijnpunt dat op het seminar veel herkenning opleverde, kwam van directeur Informatiebeleid Bianca Rouwenhorst van VWS. Zij ziet dat professionals van verschillende zorgorganisaties vastlopen in de onderlinge communicatie omdat de digitale systemen niet goed met elkaar communiceren. “Professionals hopen ook dat het ministerie op dit vlak meer het voortouw neemt. Die behoefte aan regie is groot. Laat het Rijk duidelijke kaders en deadlines gaat stellen. Dat is ook voor marktpartijen zoals softwareleveranciers, heel belangrijk.”
Sociaal domein
En dan is er nog de samenwerking met het sociaal domein. “Willen we de zorg behapbaar houden, dan wordt die samenwerking met gemeenten ook alleen maar belangrijker. Zeker vanuit het perspectief van de huisarts als poortwachter in die zorg. Niet iedere vraag is een zorgvraag.” Toch loopt die samenwerking niet overal even soepel; de gemeentelijke besluitvorming verloopt soms traag. “Maar er zijn ook voorbeelden in het land waar die samenwerking heel goed gaat. Dat soort successen moeten we veel meer delen en daar lessen uit trekken.”
Vervolg
De eerste editie van het Eerstelijnsseminar krijgt zeker een vervolg, zegt Karens. “Met nog meer ruimte voor kennisuitwisseling en goede voorbeelden. Verandering in de zorg gaat traag, maar iedereen binnen de eerstelijn weet eigenlijk wel welke kant het op moet en er is geen enkele partij die de digitaliseringsvraagstukken in z’n eentje kan oplossen.”