Community Abonneren
×

Zorgstelsel begint zich te bewijzen

Zuidelijke zorggroepbestuurders presenteren visie op regionale eerstelijnsorganisaties

Als we de zorg betaalbaar en van goede kwaliteit willen houden, dan is het huidige zorgstelsel geen slechte keuze, stelt bijzonder hoogleraar betaalbaarheid van zorg Patrick Jeurissen (faculteit der medische wetenschappen UMCN). “We zien substitutie van zorg, we zien de ontwikkeling van geïntegreerde eerstelijnszorg tot stand komen en we zien dat het stelsel voldoende flexibel lijkt om de veranderingen die nog nodig zijn mogelijk te maken.”

Wie roept dat het huidige zorgstelsel heeft gezorgd voor een kostenexplosie, heeft ongelijk. “De cijfers tonen aan dat tussen 2000 en 2012 sprake is geweest van een harde kostenstijging”, zegt Jeurissen, “Van zes jaar voor tot zes jaar na de introductie van dit stelsel in 2006 dus. Maar de cijfers laten ook zien dat die stijging sinds 2012 sterk is afgevlakt en dat we het de laatste paar jaar beter doen dan andere Europese landen. Jeurissen concludeert op basis van feiten dat gereguleerde competitie en betaalbaarheid goed kunnen samengaan. “Het stelsel heeft de zorg niet duurder gemaakt”, zegt hij, “het heeft orde gebracht ten opzichte van het oude stelsel. Natuurlijk wordt de zorg op termijn duurder, maar dat is stelselonafhankelijk en wordt vooral bepaald door autonome groei van de zorgvraag. Het is daarom belangrijk goed beleid te blijven voeren, maar feitelijk staat of valt het succes van ieder stelsel daarmee.”

Eerste lijn groeit

Een van de belangrijke trends binnen het huidige stelsel is substitutie van zorg: zowel in de curatieve zorg als in de GGZ verschuift veel zorg van de tweede naar de eerste lijn. “Het proces loopt en dat is een belangrijke constatering”, zegt Jeurissen. “We zien in de ziekenhuizen én in de GGZ dat het aantal patiënten in de tweede lijn daalt. Dat is precies wat we willen. Er gebeurt inmiddels al meer in de eerste lijn en in de basis-GGZ en dat zijn dan ook bijna de enige zorgsectoren die nog groeien in patiëntenaantallen. Natuurlijk werpt die groei de vraag op of ze wel in huis hebben wat nodig is om inhoud te geven aan de chronische en electieve zorg die op hen afkomt. Wat dat betreft moet er inderdaad nog wel wat gebeuren. De scheidslijn in de zorg ligt steeds minder tussen de eerste en tweede lijn, maar steeds meer tussen chronische, electieve en complexe zorg, omdat steeds minder patiënten worden opgenomen. Dat is een fundamentele verandering in patiëntenstromen die vraagt om coördinatie en om een infrastructuur waarin diagnostiek, behandeling en taakherschikking op basis van deze nieuwe werkelijkheid een plaats krijgen.” Een proces dat duidelijk vraagt om een geïntegreerde eerste lijn en een daarbij passende bekostiging en wet- en regelgeving, stelt Jeurissen.

Auteur: Frank van Wijck