‘Wie doet er mee, wie durft?’ vraagt de Taskforce De Juiste Zorg Op de Juiste Plek in zijn rapport. De essentie van de juiste zorg op de juiste plek is het voorkomen van (duurdere) zorg, het verplaatsen van zorg (dichter bij mensen thuis) en het vervangen van zorg (door andere zorg zoals eHealth). Met dat in het achterhoofd is maar één antwoord mogelijk: iedereen die betrokken is bij zorg en welzijn. Anders gaat het niet werken.
Het rapport van de taskforce maakt duidelijk hoeveel al wordt gedaan om te zorgen dat de juiste zorg op de juiste plek wordt gegeven, maar ook hoeveel nog nodig is. Het slaat een aantal piketpaaltjes: het belang van de omslag van ziekte naar gezondheid, van versterking van de inzet op preventie en eigen regie, van denken in samenhangende zorg met en rondom mensen, van het beter benutten van digitale mogelijkheden. Met als resultaat zorg dichtbij als het kan, verder weg als het vanwege kwaliteit moet. Volgens Ernst van Koesveld, secretaris van de taskforce, worden niet op al die punten even structureel en grootschalig stappen gezet. “Het mooie van deze taskforce is dat partijen vanuit de praktijk zeggen: het is nú zaak dat we verder komen. Niet langer ziekte, maar het functioneren van mensen centraal stellen. Als het functioneren van mensen het vertrekpunt is, ga je de zorg meer in onderlinge samenwerking en afstemming organiseren, bijvoorbeeld door in een wijknetwerk een brede triage te organiseren.”
Met het rapport wil de taskforce advies geven over hoe de beweging die al in gang is gezet extra brandstof kan krijgen en kan verbreden. Van Koesveld: “We hopen dat de aanbevelingen van de taskforce een plaats krijgen in de af te sluiten hoofdlijnenakkoorden en daarmee de agenda bepalen voor de komende periode.”
Grote gevolgen
De juiste zorg op de juiste plek betekent in de praktijk dat veel meer zorg in de eerste lijn en in het sociaal domein wordt geboden en dat de tweede lijn krimpt. Dat wil niet per se zeggen dat de rol van de medisch specialist kleiner wordt, zegt Guy Schulpen, directeur van eerstelijnsbedrijf ZIO en lid van de taskforce. De huisarts krijgt het voor een deel als poortwachter wel drukker, zegt hij. “Maar die poortwachtersfunctie kun je verbreden naar het sociaal domein, niet alles hoeft naar de huisarts te gaan. De wijkverpleegkundige, het sociaal wijkteam en paramedici kunnen ook een rol spelen. Een forse opgave, maar ik ben ervan overtuigd dat het kan. Het rapport geeft voorbeelden van waar dit al gebeurt.”
Auteur: Frank van Wijck
Download het volledige artikel hier: